J’accuse, je m’excuse.

by lucas dewaele

Donderdag is per definitie een weekdag, eentje waarop je hoopt dat alle Belgische voetbalclubs uit hun Europese A, B- of Championscups gegooid zijn. Kwestie van de ochtendlijke treinprietpraat beperkt te houden tot bepaalde, even onnuttige nieuwtjes. Nieuwtjes waarbij ik gefocust kan blijven op wat echt telt : de boeken van de Sint-Lukas-bib droog houden, wandelend in de Aarschotstraat.

Even halt houden.

Vandaag hou ik even een halte bij het gehypete oeuvre van Bieke Depoorter. Een ademstop.

Tilde, een verademing.

Het spijt mij dat ik dit werk vroegtijdig als dusdanig bestempel en ja, ik besprenkel mezelf met vlagen van jaloezie, onderweg naar de galerie . Zo pril en al een eigen plekje op een ademtocht van de Avenue Louise, inclusief een Lannoo-drukwerk, slechte wijn en vriendelijke Franstaligen. Ik kijk er rond en rond en begin mijn vooroordelen te onderbouwen. Kijk, dit is echt niet goed en ik weet dat je nu technisch weerwerk verwacht. In de zin van “heb je die ruis gezien, die onscherpte, die prijslijst? Vragen voor een slechtziende, die het barietpapier nog net kan onderscheiden van het behang. En dus bekruipt mij onverbloemd de oprisping : waar staat dit werk zonder de air- en mediaplay, die toch al een tijdje aanhoudt? Kom, zeg het.

De pechstroom droogt niet op: vandaag net onderricht genoten in het benaderen van de ruimte, als plek waarbinnen foto’s hun habitat of hun refuge kunnen vinden. Nagedacht, geluisterd naar  tentoonstellingsarchitect Guy Châtel, teksten rond het functioneren van beelden in de ruimte (Olivier Lugon) ontleed. En niets, echt niets vond ik toegepast in de galerie Ikono, tenzij het feit dat beelden inhoudelijk leeg waren en evenmin beleefd konden worden in de krappe ruimte. De toets van de neutrale blik, eigentijdse documentaire research vanuit een genagelde visie?

Het spijt mij echt, want ik had er een lange wandeltocht tussen Rogier en het Flageyplein voor over.

Ware inhoud met ballen nu. Het soort dat verdampt in anonimiteit. En die onderwezen wordt bij tijd en wijle.

Ik heb het geluk dat ik het werk van twee jonge medestudenten mag leren ontdekken : Romy E. en Jennifer Jansons (www.jenniferjansons.com). Limburg (vermoedelijk) en Amerika : één challenge! Het oeuvre van beide deernes moet geduid en getoond worden in een virtuele tentoonstelling in het Fomu. Budgetten heb ik niet nodig, maar voor ideeën van beiden sta ik open, evenals voor wie een cadapac-constructie op schaal kan verlijmen. Ik denk dat ik Nick Ervinck raadpleeg.

Intussen blijf ik parallax-arm fotograferen. Met weinig ruis, weinig onscherpte, zonder prijslijst, onbeperkt qua oplage en goesting, weg van bariet-technologie, flink geëerd door naamloosheid.

Mijn fotografenzieltje vlekkeloos houden, dat is de ware uitdaging. Pretentie laat geen sporen achter op beelden.