Je stelt mijn rekenkundig vermogen-op-proef op de proef.
‘Leuk’ is de neutrale som van de schaarste aan het duetje ‘vreugde en verwondering’. Of het ooit zo hollandse adjectief is dan toch maar een netto overblijfsel van dit tekort.
Leukte is de kiem van vanzelfsprekendheid, die de x-factor ‘dankbaarheid’ mist.
De gemiste dankbaarheid staat in deze optelsom dan gelijk aan de y-factor, zijnde humus voor het kleine geluk. Zoveel schematiseringsdrang op zondag.
Dit doet mij verbeten nadenken; ik was altijd slecht in optrekken en aftellen en vermenigdeligen. Ik kom altijd maar uit bij gecontamineerde uitwerkselen. (Mijn vorm van ‘verbruining’).
Eerlijk en zonder stoeien : ik weet wat je bedoelt. We hadden het er al over bij het omgaan met ‘schoonheid’. En dus nu ook met de ‘vreugde’.
Dit missen de beelden inderdaad. Maar heeft de fotograaf dit derven in de hand gewerkt? Ik denk het niet want ik was er bij en ik keek ernaar. De ware leugen zit in de woorden die de fotograaf met zijn model(len) wisselt –heel hartelijk- en het moment dat hij stoutjesweg afdrukt. Die combinatie velt vreugde. De ogen, de mondhoeken, de fazantenveer beroeren dan geen kwestie van vreugde meer. Jammer voor de gezochte vreugde, maar in de stal van de wereld is er even geen plekje meer.
Net als jij lees ik Dewulf en zijn wekelijkse stukjes. Dit keer omtrent Hopper en licht. Ik herken mij in beide. En net als Dewulf kan ik niet schilderen; ‘ik kijk maar zoveel mogelijk’.
Dat ‘helpt mij door de dagen’. En het geeft mij vreugde om dit te ontdekken. Mijn eigen kleine vreugde, mijn eigen kleine headlines, van elke dag.
Maar ik weet wat je bedoelt. Alleen is het (nog) niet die wereld die mij (nu) in beslag neemt.
Wij verstaan elkaar.
De ware leugen zit in de woorden die de fotograaf met zijn model(len) wisselt –heel hartelijk- en het moment dat hij stoutjesweg afdrukt. Die combinatie velt vreugde.
Et voilà… van zodra de mondhoeken en de ogen hersteld zijn van een geveinsde vreugde is de fotograaf er, met zijn gevoel voor eeuwigheidswaarde.
Een goed fotograaf ontmaskert.
Beste schrijver,
ik ben enkele reeksen naar beneden gegleden.
En ik zou de mensen die ik zie
kunnen samenvatten met een woord
dat nooit mijn lippen verlaat: “leuk”.
De neutrale dooddoener.
De ‘vreugde’ mis ik.
Niet te bespeuren.
Niet in de ogen, niet in de mondhoeken.
Ik vermoed dat het gebrek dat ik zie
‘verwondering’ is. Gemis aan, bedoel ik.
En daar ontstaat ‘de vanzelfsprekendheid’.
Die op haar beurt dan weer het derivaat
‘dankbaarheid’ mist.
De humuslaag voor het kleine geluk.
Zou je ze kunnen vangen, beste beeldenschepper: de vreugde?
Beste Uvi.
Je stelt mijn rekenkundig vermogen-op-proef op de proef.
‘Leuk’ is de neutrale som van de schaarste aan het duetje ‘vreugde en verwondering’. Of het ooit zo hollandse adjectief is dan toch maar een netto overblijfsel van dit tekort.
Leukte is de kiem van vanzelfsprekendheid, die de x-factor ‘dankbaarheid’ mist.
De gemiste dankbaarheid staat in deze optelsom dan gelijk aan de y-factor, zijnde humus voor het kleine geluk. Zoveel schematiseringsdrang op zondag.
Dit doet mij verbeten nadenken; ik was altijd slecht in optrekken en aftellen en vermenigdeligen. Ik kom altijd maar uit bij gecontamineerde uitwerkselen. (Mijn vorm van ‘verbruining’).
Eerlijk en zonder stoeien : ik weet wat je bedoelt. We hadden het er al over bij het omgaan met ‘schoonheid’. En dus nu ook met de ‘vreugde’.
Dit missen de beelden inderdaad. Maar heeft de fotograaf dit derven in de hand gewerkt? Ik denk het niet want ik was er bij en ik keek ernaar. De ware leugen zit in de woorden die de fotograaf met zijn model(len) wisselt –heel hartelijk- en het moment dat hij stoutjesweg afdrukt. Die combinatie velt vreugde. De ogen, de mondhoeken, de fazantenveer beroeren dan geen kwestie van vreugde meer. Jammer voor de gezochte vreugde, maar in de stal van de wereld is er even geen plekje meer.
Net als jij lees ik Dewulf en zijn wekelijkse stukjes. Dit keer omtrent Hopper en licht. Ik herken mij in beide. En net als Dewulf kan ik niet schilderen; ‘ik kijk maar zoveel mogelijk’.
Dat ‘helpt mij door de dagen’. En het geeft mij vreugde om dit te ontdekken. Mijn eigen kleine vreugde, mijn eigen kleine headlines, van elke dag.
Maar ik weet wat je bedoelt. Alleen is het (nog) niet die wereld die mij (nu) in beslag neemt.
Wij verstaan elkaar.
De ware leugen zit in de woorden die de fotograaf met zijn model(len) wisselt –heel hartelijk- en het moment dat hij stoutjesweg afdrukt. Die combinatie velt vreugde.
Juist beste Luc,
en weet je hoe ik ‘die leugen’ samenvat?
CHEESE!
Et voilà… van zodra de mondhoeken en de ogen hersteld zijn van een geveinsde vreugde is de fotograaf er, met zijn gevoel voor eeuwigheidswaarde.
Een goed fotograaf ontmaskert.