Ziel verkocht, schadeloosstelling uitgesteld.

Het is weinige koord-, poort- en woorddansers gegund om op rijpere leeftijd nog steeds ongerept te zijn. In de wereld der beeldende kunsten is dit niet anders; wie toebedeeld is met toonbeeldtalent, wordt vroeg of laat verzocht. Met de vraag om vormen van smetteloosheid zindelijk te verliezen, ten behoeve van vooral andermans aanzien en netwerkknobbels. De figuren en de behoede clowns zijn genoegzaam bekend bij de kunstenaars aan de zijlijn. Bij hen, die met hun ziel in hun zakdoek, geen prijzen ontvangen, tenzij misprijzen. Ik voel met hen mee; geen Witte Raaf die naar hen kraait of raaft.

Een tijdje geleden werd ik niet onmiskenbaar in aanraking gebracht met het openbare beeldbestel in Vlaanderen. Meer bepaald verplichtte ik mezelf tot een modus van openheid omtrent de ‘Kunst’. En dit via een instelling die menig kunstenaar gevormd heeft, Sint Lukas, het depot met de wachtrij voor aansuizend talent.

Het concept van kunstenaarschap wordt uiteraard voorbereid in dit type kunstonderwijs. Brochures en verrassende awards, genaamd naar heengegane vrienden bewijzen dat.

Er is de technische draai van de opleiding, waarbij, eigen aan onderwijs, met nostalgische weerhaakjes, nog even aan het verleden gehecht wordt, wonden en waarde en zo. Weet dat menig instituut vakvolk herbergt, dat het leeglopend verhaal van vervlogen receptuur beluiert. Zo behoudt ook een hogere kunstschool wat residu-mensen die oude techniekjes als lanceerplatform voor nieuw talent voorstellen. Geloof ze niet. Verstreken medicijnen met een vergeelde bijsluiter: het vertrouwen er in moet wel mateloos zijn. Of, ‘onwetendheid’ werkt ook niet mis. Dat weten ze.

Geen opleiding in Vlaanderen en Brussel of je wordt verblijd, in de meimaand vooral,  met hip-klinkende beloftes rond ‘persoonlijkheidsontplooiing’. Welke onzekere mens van achttien tot vijftig kan hieraan weerstaan? Geef ongerust toe: ‘één eigen, goed onderbouwd artistiek project, gebaseerd op persoonlijk onderzoek’, staat toch voor een plezante verplichting. En een uitkomst waarbij een schoot onder vruchten kreunt?

Het ont-plooien van je persoonlijkheid garandeert vooral gladheid. Eigen plooien en eigen kreukels, waarin het slib van een eigen gedachtenstroom stokt, irriteren, blokkeren. In de zielentraining, die jonge kunstenaars ondergaan, is uiteindelijk alleen ruimte voor de perfecte pasvorm die docenten vooropstellen. Het hermetische karakter van dit mechanisme is het bindmiddel tussen docent en leerling. Heilig weefsel, een pact tussen biechtvader en zondige bekeerling. Een geloofsgeding. Geloof me niet, maar kijk gewoon.

De wetenschappelijke werkzaamheid van deze inwijdingsoverdracht wordt gestaafd.

Met marketingtools (cijfers, staafdiagrammen, getuigenissen van succesvolle kunstenaars). Sint Lukas Brussel is (net als andere organisaties) een ware agentuur voor mensen, wiens éénwording met zakelijk succes, aan een beperkte openbaarheid binnen schoolmuren moet prijsgegeven worden. Lezingen, zittingen, prijsuitreikingen. Ter ontlasting van kritisch gedachtengoed, vermoed ik. Jonge mensen vinden het geruststellend fijn, als allianties als een loutere schikking van de toekomst voorgesteld worden. De prijs/award ermee verlijmd, werkt hechtend.

Ik heb een vermoeden dat er laxatief ingespeeld wordt op illusies en angsten. Door ervaren Vlamingen. Op jongemensenharten met een weelde naar verlangen. (Het werkwoord, niet het substantief.)

Ik vertrouw de vluchtige bedenkingen toe aan de focus van je ogen, lezer.

Omdat ik even ontsteld was toen ik de ‘cultuur & media-pagina’s’ van De Standaard, van 1 oktober, vanavond bij het oud papier wou leggen. Stilstand bij Sam Steverlynck, over Joëlle Tuerlinckx, in Wiels in Brussel: ‘dit is cerebrale kunst die zich zelfgenoegzaam nestelt in een waan van diepzinnigheid’. Treffender kan ik het niet duiden; ik mag het schaamteloos met mijn eigen ervaringen uitbreiden naar lezingen, lessen en academische zittingen. Dank aan deze kunstredacteur voor zoveel lef en helderheid en het tonen van zijn ongekraste ziel. (Ik word bijna verleid om namen te taggen, maar een notie van ras-catholicisme hindert mij.)

Kijken naar, denken over kunst (of het sediment van wat tijdelijk als dusdanig vermarkt wordt, gesacraliseerd atelierprut): het kan zonder krassen op je ziel. Een geruststelling, geen pose. En niets verschuldigd aan bedrevenen met gistende denkbeelden en te dikke brilglazen. Gewoon kijken, verwonderd genieten, zonder verzuring, zonder diploma, zonder dédain. De verknochte ziel is ermee verkleefd. En nog steeds horend tot mijn inboedel.