Voor mij stopt het op een zondagavond, net voor het laatste weekendwijntje. En het herbegint steevast op maandagochtend. “Het”, dat is het equivalent van “werken”, plus –in mijn geval- “het zich laten bewegwijzeren”.
“Werken” kan nog geduid en geduld worden, als simpel routineus bezig zijn. Maar het bonus-malus-gevoel van een eigengereide upgrade laat zich niet routinematig vangen. Nooit.
Mijn “upgrade” dus. Ik suf mij te pletter naar enig beter woord, desnoods een Frans synoniem. “Grade élévé” klinkt niet en “vergrading” heeft iets schraals in zich. Laat ons het dus maar houden op een uitgebreide nascholing voor een late veertiger.

De vraag was : "hoe kom ik tot slechte smaak?" Na wat gehannes werd de vraag teruggeketst.
Maandag, scholing in Lightroom. Voor een voormalig darkroom-adept uiteraard een makkie, een kwestie van orde en logica houden in een stapel beelden. Overgeleverd door een man –Piet Van Den Eynde – , die ironiegewijs zelf geschoold werd in het bastion van orde en logica, de Harelbeekse Academie. Maar hij heeft zich naderhand prima hersteld, bijgespijkerd. Piet, met “more than words” zal ik je niet bedanken; de factuur is immers al betaald.
Bedankt voor al weer 4 uitputtende maandagavonden; mijn cursisten kunnen er maar wel bij varen.
Dinsdag, upgrade 2 komma zero.
Ontmoeting met Geert Goiris, de tutor in mijn “verscholing” tot master. Vijf luttele minuten in de bib met Geert Goiris en een mens weet perfect waarom hij, zelfs rijper zijnde, wekelijks de schoolbanken van Sint Lukas Brussel frequenteert. Een stortvloed van stimuli : ken je die? En die, en die…? De boekwerken van Paul Graham, Jim Goldberg, Tierney Gearon, Max Pam,..vliegen mij om de oren. Mijn onwetendheid siert mij geenszins. “Concerning the pain of others” (Susan Sontag) wordt een automutilant gegeven.
Goiris’ aanpak is kraakhelder en rustig. Ik keer zwaar onder de indruk en de boeken spoorslags terug naar Vlaanderen. Brandstof genoeg.

Lemagny en Fleig : man, man, man.
Woensdag. Ik raak Franse verlichte geesten aan. Lemagny en Fleig. Geestelijke zelfverlynching, door de diepe gedachten van Fransen, met problemen. Problemen omtrent de ambiguïteit in de fotografie. Kijken naar foto’s is er niet meer bij; praten over documentaire concepten – the picture versus l’image – des te meer. Zichzelf bevragend, contemplatief, de démarche van de theoreticus. Wie ligt er op woensdagnacht wakker en vraagt zich af: “wat met de naïeve vreugde over het creëren van een gewoon goed beeld, ook wel “fotograferen” genaamd?” Ik slaap in, november wenkt.
Een donderdag als een ander. Mijn trouwe reisgenoot op de trein naar Brussel heeft er een gezwelletje bij gekregen. Ik wil maar zeggen dat ik een zonnekapje gekocht heb voor mijn fuji’tje. Of het zal helpen om betere beelden te maken, vrees ik. Maar ik ben tenminste content.

Een content koppeltje in wording. (Maar ze weten het nog niet...)
“Content”, een Engelstalig begrip waarmee op donderdag gesabeld kan worden. Onder meer met Nina, mijn “française next door”, of liever “next bench”, in de Sint Lukas klas. “Of ze even “s’essoufflaient” en “postiche et pastiche” kan vertalen…?”
Geen eenvoudige vragen en ik volhard in de nederigheid. “Seule l’humilité est supportable”, hoor ik nog declameren.
Ik rep mij naar de trein. Tijd en goesting om te fotograferen zijn niet te bekennen, ook niet in de Aarschotstraat. Op één haar na zit ik trouwens op de verkeerde trein, naar Harelbeke dan nog…. Van een deviatie gesproken.
Op vrijdag neem ik een verdwijnmoment in een word-document. Ik en mijn pluchen stormram, wij zetten ons pal op het probleem van “vanishing point”, een handige tool in Photoshop. Speciaal voor de doorworstelaars van deze blog, wat praktijkstuff, tegen hoofdpijn.

bucht moet weg


Neem een beeld met een storende BMW. Met de oprisping “zijn er andere?”, rond de mondhoeken, kopiëren wij de grondlaag. Een bmw verwijderen is immers zalig destructief.
Ga naar filter – perspectiefpunt. Trek het bronvlak, tot je blauw ziet en breidt het nu uit tot over het te verwijderen beelddeel. Kloneer. Et voilà, een plaspauze werk. Alweer een probleem minder.
Tot slot even een sneer naar Jean-Claude Lemagny en zijn afgodelingen, vanwege een “photographaire” : “le vrai défi, c’est vraiment faire des images, créer. D’abord photographier et puis…. On verra. Du verbe “voir”.”
Profitez!

Morgen, zaterdag. Ik zal fotograferen, ik voel het. Net als vorige week. Kom, laat ons vrolijk zijn; het weekend en de wijn staan al klaar. De liefde en de chrysanten ook.

Vue de ma chambre claire.