De kostprijs van respect.
by lucas dewaele
In de kostelijke conversaties omtrent actuele kunstuitingen, is mij al vaker het woord “respect” opgevallen. Vaak wordt het gebruikt om een relatie aan te duiden tussen een kunstenaar en zijn onderwerp (weze het een mens van bloed en pezen, weze het een techniek, een traditie, een genre, een banaal object). “Respect” houdt in dat je het wezen van de mens of het ding behoudt, zonder al te grove manipulatie of bemeestering vanwege de kunstenaar. In zijn meest conceptuele, besmettingsarme vorm krijgt deze vorm van respect sterke gelijkenissen met wat het simpele volkje “onverschilligheid”, of een slimme verkoopszet noemt. “Respect” als synoniem van een bewegingsloze, emotieloze, ratiovolle en grondloze beleving. Omkaderd door handgezwaai, academische zwachtelgedachten en gestructureerde bronvermeldingen. Deze uiting van “respect” kan ik perfect vatten. Ironie kan de bedrijvers ervan, ietwat destabiliseren, maar ik respecteer hun nobele inborst. Ze zijn meestal zo braaf.
Braaf wil ik niet meer zijn. Als en slechts als de passe-partout-term “respect” gebruikt wordt als utilitair argument in gesprekken rond kunstervaringen. Ik verlies controle over mijn “braafte”, als een expert zich bedient van de gevleugelde uitspraak “gebrek aan respect”. Onvrijwillig en pissig herken ik de inquisiteur die met zijn laatste en dodelijkste zinsnede uithaalt. “Lack of respect”: ecce homo, zie de mens die dit zegt. In conversaties omtrent het werken in de kunst, kan men scoren: gebruik deze woorden als eerste en dan nog liefst correct getimed, de expertise onderstrepend. “Gebrek aan respect” kan bezwaarlijk weerlegd worden : het refereert naar een onvoltooid opvoedingskader bij de geadresseerde en naar dooddoende efficiëntie bij de kenner van dienst. Ik pleit voor een onvoorwaardelijke kruisiging van wie zich hiervan bedient. Of : verander de inzet van het gesprek, “kunst”, door “pelletjesshampoo” of “kunstmest”.
Respect heb ik voor wie leest. Dit of andere verhalen. En, o ja, respect heb ik nog meer voor wie de verhalen schrijft, erbij blijft, er beelden rond maakt. Respect voor dolende fotografen, die uitkijken naar zichzelf, ver en dichtbij. Laat ze maar komen, de nieuwe beeldverhalenvertellers. Michiel en Carl, Eugene en Jim : jullie zijn dan wel (bijna) dooie venten van het beeld, maar “respect”, dat hebben jullie alvast gediend. Ik bied eer aan.
Van alle hanteerders/handhavers van het argument “waar is het respect”?, blijf ik nog hongeren naar meer dan woorden of doorslagjes van witte verf.
Collega van pezen, zweet en missende tanden.
…
Of zou het eerder een collage zijn?
‘Respect’.
U laat mij glimlachen. Dank voor de spieroefening
van m’n mondhoeken.
Het doet me denken aan dat andere ‘bedreigde’ woord: eerlijk.
De chefs koken enkel met ‘eerlijke’ produkten.
Tja, nu er geen eerlijke mensen meer te vinden zijn…
dan maar produkten…
Met respect, een premisse die ik niet met je deel is “nu er geen eerlijke mensen meer te vinden zijn”. Ik vlooi de statistieken der betamelijken hieromtrent verder uit, maar uit respect voor mijn aangeboren naïviteit, zal mijn goedgelovigheid heerlijk standhouden. Ik leer nooit bij. Af en toe leer ik wel af.
Mooie woorden, koester ze.
Maar komt u nog wel buiten de nevelen van uw navel?
Misschien zou een beetje Griekse tragedie, zoals op Terzake vanavond,
uw alertheid wat ruggesteun geven.
Ik ben de 70 voorbij.
‘Hebben en zijn, ze stonden op het bord geschreven.’
Avoir et être.
Vanavond zag ik zelfs een professor economie, De Grauwe, week worden.
Over zoveel ‘onrechtvaardige oneerlijkheid’.
Lees geen ‘agressie’ in mijn woorden.
Eerder verdriet en wanhoop.
mvg
Ik beken : “de nevelen van mijn navel” liggen strikt binnen mijn schrijf- en gedachtenbereik. Soms heb ik het dubbel gevoel : “navelstaren” is een kenmerk van eenzaamheid beschrijven en verbitterd worden, maar -vooral als ik Bernard Dewulfs cursiefjes lees in de Standaard Weekend- weet ik dat pirouettes draaien op eigen erf soms anderen aangrijpt. Ik kijk uit op Abraham en vecht tegen de te evidente “verdriet en wanhoop”-drang, die elke leeftijd en het terugblikken met zich meebrengen. Ervaringen op het Indonesische Flores (www.bimesa.wordpress.com) laten mij steevast bijdraaien en bijdragen tot een optimistische gemoedsbeweging. Met respect ben ik nog niet klaar. Met mijn eigen naïviteit ook niet, want het zachtaardige beest in mij blijft onaangetast…
En laat Dewulf nu net mijn ‘afgod’ zijn.
‘Naderingen’ (over schilders) aan te bevelen voor een fotograaf.
Want is zien niet schrijven … en grafoo…