Slot- en sluitstuk.
by lucas dewaele
Verrek, ik vertrek. Niet dat ik er schoon genoeg van heb -verre van- maar het obligate bestaan wenkt. Ondanks de driftige bekeringsijver van mijn Indo-vriendinnen keer ik als niet-Moslim terug naar het stormachtige België. Als de foto’s blijken niet goed of -desgewenst-, “traditioneel” te zijn, dan nog is er de zoveelste educatieve ervaring op rijpere leeftijd. Het is zowaar ondoenbaar om niet met de inheemse camera te “exotiseren”, om die donkere kijkers en gelige snottebellen gewoon te negeren. Af en toe is dit alvast gelukt. Misvormden en aanverwanten heb ik wat roepies geschonken, zonder meer. Geen foto, geen beeld, geen aanzet zelfs tot die eeuwige reflex. Reflux eerder, van vele spetters zure goedkope clichés. Zelfs 10.000 rupiah schenken is geen garantie op enige beeldvorming : een man, die iets onbestemds op de sporen aan het smeden was, verdween spoorslags de riolen in, na toekenning van dit honorarium. Weg foto, hallo gelukzaligheid.
Eén ding is zeker: een project rond de Indonesische spoorweg is een compleet jaarwerk-werk; ik was wellicht beter blijven stilstaan bij één stationnetje of één lijn. Toekomstige fotografen raad ik alvast de verbinding Jakarta Manggarai – Bogor aan: hallucinant, onwerelds, compleet ondenkbaar naar Westerse rituelen. Voor de genietbare verwondering, voor de beeldjager.
Het werk begint nu zowat : selecteren en “ontwikkelen”. Ik denk een puur zwartwit werk te maken, met grote beelden, zonder tekst, met alleen een indicatie van tijd. Misschien doorbreek ik het kleurloze geheel met de polaroidjes waaraan ik mij verlustigde in hotelkamers.
Ik zal op Oosterse wijze nadenken. Zittend, met een kopje groene thee binnen bereik. (Zeker nu ik naadloos van wijn, chocolade en koekjes met koffie afgekickt ben.) Onverslaafd nadenken, het is mij gegeven.