Bijleren 2.0 : (On)zin van een (groeps)tentoonstelling.

by lucas dewaele

Cadeau de Marcel.

Ik wilde ooit deze zin schrijven : “Ik ben mikoffer van, ochherehottog, facebookdemocratie”. En, gelukkig, mijn manoeuver heeft een aanleiding ingehaald.

“Men”, de goedbedoelende geslachtelijken, heeft enkelvoudig beslist dat… wat volgt is een Kafkaïaans dictaat door mensen, die eigendunk verwarren met eigen signatuur. En die perfect schikken in het plaatje van haperende individuen. Een beetje Hoet-typetjes dus, maar dan zonder kardinale allures. En met wellicht een voorlopig nog ruisarme ademtocht.

Vanzelfsprekend is dit ingeblazen gehakkel geen zorg voor een Abrahamstelg, maar eerder een verwaaid spleetkuchje. Verlossend en buiten dit schrijfsel, zonder verder gevolg.

Ik wil iets constructiefs uitproberen : het vergaren van argumenten waarom iemand vrijwillig zijn werk individueel of collectief zou willen exposeren.

Stel : jij wil jezelf graag verhelderen, bij bijvoorbeeld je omgevingsgenoten. Je weet: dat gaat mij geld, moeite, tegenwind, grijze verf kosten en het omgekeerde van roem opleveren. Maar je volhardt, met stevige “dt”. Solo kan je deels je zin doen : er is de ruimte, de te behameren wanden, en elektriciteit. Punt. Maar in het meervoud van deelnemers stuit je op bezwaren : je co-exposanten hebben immers snel door welke plekjes te min zijn, wie waar zijn licht niet werpt op een ander sujet en hoe zo’n toonmoment iets kan uitlichten van stevige persoonlijkheden. Argumenten die tellen; een tentoonstelling zet een mens op de kaart, en een ander op zijn plaats. Samengevat, een expositie is interessant. Je leert vooraf mensen kennen, handig zijn, je eigen werk relativeren, onhandigheid waarderen en ook tijdens de receptie : je leert mensen kennen. Uiteraard heeft dit alles geen enkel belang. Ik wil graag echter ook ernstig zijn. Exposeren is echt noodzakelijk voor fotografen : omwille van de confrontatie met jezelf, je ideeën, je kunde. En ja, laat “kunst” nog wat achterwege. Volstaat je “kunde”. De kunde, om je beelden te kaderen in wat niet stoort en misschien wel versterkt. Om foto’s gewoon te ontdoen van wat ze maar lijken : inkt en papier. Blijven,“jezelf en je ideetjes” : voor wat beide waard zijn. Wat vang je ermee aan bij een tentoonstelling? Voor wie het solo speelt zijn er kansen : de wereld en de zon draaien om je heen. Geen vriend(in) die gniffelend het werk geen “tour de force” noemt.

Maar collectief, eerder competitief een tentoonstelling uitbouwen, dat is pas een krachttoer, zonder aanstelling van een curator. Maar wel in de slipstream  van eerder genoemde fb-prevel-dictatuur. Collectief tentoonstellen scheelt een hap op de spanningsfactuur : deze wordt vanzelf opgewekt, in de onblije zin van dat woord. En toch ligt hierin juist een kans. Namelijk : je kan verdwijnen. In het peletonnetje voor wie excelleren geen optie is, maar een argument. Verdwijnen als marketingstrategie : zwijg mij dood en ik word (misschien) verheerlijkt. Hoogmoedige illusies kunnen bevredigen, ik besef het. Ik ben ernstig : ik heb de argumenten op een rijtje.

Geen curator in de buurt van de Ursulinen.

Een résumé à la faveur van het groepsgebeuren. :

  • Je kan jezelf outen in de inner circle, als niet competitief en meerlagig gerust.
  • Je trekt een handige commerciële kaart : het podium waarop je figureert is niet voor  jou als eenling toegankelijk, maar voor een horde meesters wel.
  • Je kan geen confrontatie vermijden, als het over inhoudelijke sterkte van het werk gaat; het hangt er immers naast, of er net voor.
  • En onernstig : je ontdekt een vleugje misantropie voor gevorderden, in jezelf.

Antje zegt gewoon "dag Luc". Verontrustend.

Van dit alles heeft Antje geen last. Bij de eerste blik, noemt ze mijn voornaam. En ik smelt vanzelfsprekend. Antje heeft 2 volle maanden de etalage van Recyclart bevrouwd en er dingen gedaan, met handschoenen. En nu jaag ik haar onvrijwillig, met de handrem op, weg, om er een wand met verf te verzieken. Witte verf, zoals in geen galerie ooit gebruikt is. Het ga je goed, Antje, ik zie je op www.primitives.constantvzw.org

Tenslotte heb ik vandaag Duchamp ontdekt. En met veel goesting foto’s gemaakt. Mijn fotografenziel is wit, elke dag opnieuw.