Een fotograaf is een roofzuchtig mens mét tijd.

by lucas dewaele

Is een fotograaf een ideale waarnemer, zo eentje met een alerte blik en een immer klaarstaand vingertje? Een beetje een schoolmeesterstypetje met een naar de ontspanknop gevormd en gekromd pootje?

Susan Sontag stelt het minder idealistisch : een fotograaf is botweg een agressieveling, soms sentimentloos, vaak vriendelijk, meestal verontschuldigend.

Verontschuldigend. Het woord is correct gekozen. Als je er rekening mee houdt dat veel fotografen zich constant van schuld bewust zijn en dus smoezen moeten zoeken, in de hoop dat kijkers hem geloven.

Tevergeefs. Een fotograaf is een uitbuiter. Van mensen, plaatsen, plekken (blauwe en andere) en van toestanden. Twijfel er niet aan; zelfs een ikoon als Cartier-Bresson vond een fotograaf toch maar een exploiterend mens. Eén die verdriet opwekt, omdat zijn apologie niets uithaalt.

Et alors?

Als je de kenners van de kunstmarkt aan de praat houdt, hoor je een identieke en nog meer zakelijke toon aanslaan. Kunst is als een derivaat van religie : een vooropgesteld onwrikbaar geloof, een hiërarchie van bedienaars, een filière van centen en missionarissen, en de eeuwige verketteringsreflex voor wie devieert. En een constante hang naar geld, geld en economische maaksels. Kerk, kut, kapitaal én nu finaal ook Kunst: één hoop puin én een opinie die ik me naadloos mag beklagen op maandagmorgen.

Voilà, alweer een vraagstuk opgelost.

Susan Sontag lost dit probleem van schuldbewustzijn bij de fotograaf intelligenter en academischer op: de tweeledige relatie van de fotograaf ten opzichte van de wereld blijft hem te allen tijde parten spelen. Het hoort bij het spelletje. Punt.

Ik ga voor een gedeeltelijk compromis tussen beide karakteristieken.

Natuurlijk (en dit woord is niet toevallig) fotografeer ik uitbuitend : er is het mooie licht, de indringende blik, het ongeveinsd moment van emotie, de schoonheid van het samengaan van beeldende bouwstenen. Ik smelt ervoor. En ik vraag van cursisten plusminus hetzelfde.

Anderzijds is er de realiteit die verplicht tot slaafs navolgen : een fotograaf die zich verborgen of discreet wegcijfert in wat de wereld blijft voorschotelen, verliest zijn pretentie. Die vleesgeworden Eugene Smith riskeert een mitraillage van depressies, waartegen zelfs een pakje Côte d’Or geen soelaas biedt.

Ik hou van wapenstilstanden. Als fotograaf bedonder ik zonder meer de rest van de wereld, maar….de realiteit rond mij parasiteert even goed op mijn beeldreflex.

Bestaat de werkelijkheid zonder fotografie? Ik bedoel het simpele “nu”, dat met dat techniekje brokkelig vastgehouden wordt.

Ik weet het niet. Ik denk van wel.

Even 23 seconden tijd gemaakt.

P.s. dit geldt niet voor fotografen zonder tijd. Deze zielen fotograferen niet.

P.s. twee. Leuke animatoren in galerij ‘t Punt, in het SASK in Roeselare.