Verontzield rusten op vrijdag.
by lucas dewaele
Wright Morris schreef:
“Beelden nemen razendsnel in aantal toe. Heb ik het verkeerd voor als dit me doet denken aan het drukken van geld in een periode van wilde inflatie? Weten we wat wij aan het doen zijn? Zijn wij in staat om te evalueren wat wij gedaan hebben?”
1978, het aanzien van dit jaar is loutere geschiedenis. Een paus die een kortstondige carrière heeft, mijn vader en Jacques Brel en Aldo Moro die ook totaal verwacht overlijden, en de creatie van een kind in een buisje en een 16 bits processor (dat laatste door Intel). En dan de nog niet wijlen Wright Morris, Amerikaans schrijver en fotograaf, die er een stukje profetie bijschrijft.
Ik word dagelijks met de uitlopers van deze tekst geconfronteerd.
Te veel beelden en te weinig reageerbuisjes om hun substantie te analyseren.Beeldanalyses krijgen vaak de allures van wat woordenwaar en vage vingerwijzingen naar onbekende fotografen. Zal ik dan maar pleiten voor een handleiding vol verplichte woorden die beelden duiden of gewoon een veto stellen op bekende onderzoekstermen “discours”, “momentum”, “het artisitek dilemma, “postmodernistische tactiliteit”,…Ik worstel met eenvoudige woorden. Bijvoorbeeld het multifunctionele woord “respect”.Schrap dit woord en vervang het door “bewondering”, “eerbied”, “hoogachting”, “ontzag”,… Copy-paste het en je krijgt een totaalpakket van wat de digitale fotografie heeft voortgebracht. Beelden, tonnen beelden, geheugenkaarten vol beelden. Allemaal elkaar bevechtend.
Ik vraag mij af : ligt het vermogen om beelden echt te duiden, verscholen in het onvermogen om met de beeldenstorm om te gaan? Maar duidelijkere woorden : versmoren wij niet in de beelden en zoeken wij niet in de verkeerde grammatica naar de juiste bewoordingen? Kunnen de juiste bewoordingen over foto’s niet elders gevonden worden? Of zijn woorden altijd onzin, gekoppeld aan beeldtaal? Het kan.
Arne Schmitt, jongs Duits aanstormend beeldtalent, bewijst dat het met woorden kan. Beelden bekijken en er zinnige dingen over zeggen. De man kwam langs (in de Roeselaarse Academie, zag en bekeek, en overtuigde als een Romeins veldheer. Het is een stellige geruststelling vast te stellen dat praten over fotografie en zijn producten gemoederen kan prikkelen. Woorden van respect en bevraging.
Misschien ligt hierin een nieuwe grammatica verborgen?
Intussen zwengel ik de mallemolen van foto’s wat aan. Tot het ultieme samenvallen van beeld en woord, foto en beleving. Te mooi gezegd voor simpele foto’s uit mijn tuin der onlusten.