The black and white, as well as the crisp quality adds a (sur)realistic dimension. In this series, especially number three from above. I really enjoy your photos!
ik schreef het je al meermaals: jij bent een échte schrijver. Filosoof ook, misschien.
Maar, wellicht, moet ik eerst reïncarneren
alvorens ik van je miljoenen pixels kan houden.
En jawel, omdat JIJ dat NIET wil. Jij laat de liefde niet toe.
Ik herinner mij jouw commentaar onder een reactie van mij
bij een heerlijk verhaal. Van jou. Met tedere pixels.
Neen, jij vond dat te makkelijk. En nam al meteen afstand
van je eigen werk.
Beste schilder-schrijver,
vragen hoeft de kunst mij niet te geven. Die heb ik al voldoende.
Maar Schoonheid, Ontroering en ook Troost. O, m’n God.
Daarvoor wil ik weer mijn ‘drie Weesgegroetjes’ bidden.
Elke avond. Op mijn knieën.
met voldoende admiratie,
PS.
Dit antwoord schreef ik zopas op m’n Blog.
Omdat ik niet weet of je opnieuw langskomt, deponeer ik het hier.
Mocht dat? Je kan het meteen laten verdwijnen, natuurlijk.
Beste Uvi, natuurlijk laat ik volgaarne je reactie hier postvatten. Ik ben geen censor en heb geen deel aan de échte kunstwereld, alwaar ongeorchestreerde bevraging een taboe is. Op straffe van doodszwijging – maar dat is een ander verhaal.
Ik ben niet zeker dat ik je reactie begrijp. Vooral de hooflettergevoeligheid van ‘jij’ en ‘niet’ ontsnapt aan mijn begrip. Misschien dien ik onze vorige conversaties opnieuw op te diepen om inzicht te verwerven.
‘…afstand van je eigen werk’. Een foto is vluchtig, net als de verwondering bij de flâneur. Het klopt dat mijn beelden een beperkte houdbaarheid hebben en een eenvoudige schoonheid wat afweren. Maar meer dan aan Schoonheid (en aan haar compagnons/compagniettes de route, Ontroering en Troost) geef ik graag beeld aan loutere verwondering, die vragen zonder specifieke esthetische of emotionele connotaties, oproept. De naakte verwondering is mij voldoende, om een dag of iets langer, zonder weesgegroetjes, voort te kunnen, met leven, uitleggen, luisteren en handelen. Vandaar dat ik mij zo naadloos herken in de stukjes van de bewonderde BDW – juist, Bernard Dewulf, of wie had je gedacht. Hij schrijft wekelijks over een verwondering, die elke vorm van verhevenheid of afgewassen esthetiek, achter zich laat. In een eenvoudige taal en met de houdbaarheid van een tijdschrift. Zo wil ik fotograferen en mezelf elke keer weer ‘content’ stellen. Deze gemakkelijke ‘content’ wil ik continu koesteren, in al zijn betekenissen.
http://lucdewaele.wordpress.com/2013/12/03/godots-shadow/
Dit was de post, waarin ik een stukje professionele zelfrelativering annex -verminking etaleer. Ik begrijp je beter, maar ik blijf uiteraard bij mijn standpunt : te glad, te gemakkelijk, te weinig irritant voor mijn belevingswereld. Vermoedelijk zijn mijn belevenissen oorzakelijk verwant met de omslag van ‘verwondering naar verbijstering’, zoals je het zo treffend omschrijft. Ik raak ervan overtuigd dat het al dan niet begrijpen van beeldtaal (zoals ik die nu hanteer) weinig te maken heeft met expertise of kennis tout court, maar eerder met de trage impact (of de bewustwording) van mijn zeer persoonlijke leefomgeving, zoals ik die nu bekijk. Ik ben echt verwonderd over de banaliteit en de lelijkheid van de plekken waar ik kom en leef. En over de contexten die het fotografisch beeld openbaart. Ik geef deemoedig toe dat deze zienswijze ‘Schoonheid’ en andere verwachtingen rond Kunst en zijn derivaten, niet bevestigt. Maar in mijn belevingspatroon (waarin ik inderdaad bepaalde affecten niet meer toelaat) worden deze beelden wel boeiend. En ik vermijd een comparatiefvorm van dit adjectief.
Robert Frank, Garry Winogrand en zovele anderen zijn mij voorgegaan. Alleen jammer dat bepaalde non-fotografen als Steven Humblet en docerende trawanten hen afgetakt hebben, in een mist van niets meer dan wat woordenkramerij. Intussen blijf ik gewoon fotograferen als proeve van verslaving, aan mijn directe omgeving en de beelden die erin besloten liggen. Meer is het niet.
I like the tonality a lot. It’s not overdone. Bringing in a certain artistic moment.
Thanks, but still I updated 2 images. The sharp white line, around some objects (due to compression, sharpening) are bothering me somehow.
Sometimes I do struggle with this kind of issue as well …
The black and white, as well as the crisp quality adds a (sur)realistic dimension. In this series, especially number three from above. I really enjoy your photos!
Thanks for your compliments. I have one secret : I ‘m hungry for images, like William Klein, Garry Winogrand and so many anonymous others…
The girl in the first shot with a sour expression is hilarious.
Let’s pretend the sun was bothering her…:)
Je bent weer aan een heel mooie reeks bezig!
…geweest. Geef mij 2 dagen Luik, mijn fujitje en ik ben een gelukkig fotograaf. Al de rest is bonus.
dat hoor ik graag, een blij mens!
and then Berlin.
Beste Pointillist,
ik schreef het je al meermaals: jij bent een échte schrijver. Filosoof ook, misschien.
Maar, wellicht, moet ik eerst reïncarneren
alvorens ik van je miljoenen pixels kan houden.
En jawel, omdat JIJ dat NIET wil. Jij laat de liefde niet toe.
Ik herinner mij jouw commentaar onder een reactie van mij
bij een heerlijk verhaal. Van jou. Met tedere pixels.
Neen, jij vond dat te makkelijk. En nam al meteen afstand
van je eigen werk.
Beste schilder-schrijver,
vragen hoeft de kunst mij niet te geven. Die heb ik al voldoende.
Maar Schoonheid, Ontroering en ook Troost. O, m’n God.
Daarvoor wil ik weer mijn ‘drie Weesgegroetjes’ bidden.
Elke avond. Op mijn knieën.
met voldoende admiratie,
PS.
Dit antwoord schreef ik zopas op m’n Blog.
Omdat ik niet weet of je opnieuw langskomt, deponeer ik het hier.
Mocht dat? Je kan het meteen laten verdwijnen, natuurlijk.
Mooie dag nog.
Beste Uvi, natuurlijk laat ik volgaarne je reactie hier postvatten. Ik ben geen censor en heb geen deel aan de échte kunstwereld, alwaar ongeorchestreerde bevraging een taboe is. Op straffe van doodszwijging – maar dat is een ander verhaal.
Ik ben niet zeker dat ik je reactie begrijp. Vooral de hooflettergevoeligheid van ‘jij’ en ‘niet’ ontsnapt aan mijn begrip. Misschien dien ik onze vorige conversaties opnieuw op te diepen om inzicht te verwerven.
‘…afstand van je eigen werk’. Een foto is vluchtig, net als de verwondering bij de flâneur. Het klopt dat mijn beelden een beperkte houdbaarheid hebben en een eenvoudige schoonheid wat afweren. Maar meer dan aan Schoonheid (en aan haar compagnons/compagniettes de route, Ontroering en Troost) geef ik graag beeld aan loutere verwondering, die vragen zonder specifieke esthetische of emotionele connotaties, oproept. De naakte verwondering is mij voldoende, om een dag of iets langer, zonder weesgegroetjes, voort te kunnen, met leven, uitleggen, luisteren en handelen. Vandaar dat ik mij zo naadloos herken in de stukjes van de bewonderde BDW – juist, Bernard Dewulf, of wie had je gedacht. Hij schrijft wekelijks over een verwondering, die elke vorm van verhevenheid of afgewassen esthetiek, achter zich laat. In een eenvoudige taal en met de houdbaarheid van een tijdschrift. Zo wil ik fotograferen en mezelf elke keer weer ‘content’ stellen. Deze gemakkelijke ‘content’ wil ik continu koesteren, in al zijn betekenissen.
Alles begint bij verwondering. Ook de bewondering.
En zeker: schoonheid en ontroering.
PS.
Het is al enige tijd geleden. Je fotografeerde (in kleur)
een man voor een raam?
Ik vond het prachtig. JIJ te gemakkelijk.
Vandaar de kapitalen.
Iets duidelijker zo?
PS.2.
Zeer bizar, maar het is net de ‘verwondering’ die IK mis.
BV. In die reeks banale en lelijke gebouwen.
Daar ga ik van verbazing over naar verbijstering.
De schismatieke takken van de familie Verwondering.
Maar ik ben een ‘alfa-man’. Ik bedoel dan van de woorden.
En ik blijf het herhalen: heerlijke signatuur heb je.
http://lucdewaele.wordpress.com/2013/12/03/godots-shadow/
Dit was de post, waarin ik een stukje professionele zelfrelativering annex -verminking etaleer. Ik begrijp je beter, maar ik blijf uiteraard bij mijn standpunt : te glad, te gemakkelijk, te weinig irritant voor mijn belevingswereld. Vermoedelijk zijn mijn belevenissen oorzakelijk verwant met de omslag van ‘verwondering naar verbijstering’, zoals je het zo treffend omschrijft. Ik raak ervan overtuigd dat het al dan niet begrijpen van beeldtaal (zoals ik die nu hanteer) weinig te maken heeft met expertise of kennis tout court, maar eerder met de trage impact (of de bewustwording) van mijn zeer persoonlijke leefomgeving, zoals ik die nu bekijk. Ik ben echt verwonderd over de banaliteit en de lelijkheid van de plekken waar ik kom en leef. En over de contexten die het fotografisch beeld openbaart. Ik geef deemoedig toe dat deze zienswijze ‘Schoonheid’ en andere verwachtingen rond Kunst en zijn derivaten, niet bevestigt. Maar in mijn belevingspatroon (waarin ik inderdaad bepaalde affecten niet meer toelaat) worden deze beelden wel boeiend. En ik vermijd een comparatiefvorm van dit adjectief.
Robert Frank, Garry Winogrand en zovele anderen zijn mij voorgegaan. Alleen jammer dat bepaalde non-fotografen als Steven Humblet en docerende trawanten hen afgetakt hebben, in een mist van niets meer dan wat woordenkramerij. Intussen blijf ik gewoon fotograferen als proeve van verslaving, aan mijn directe omgeving en de beelden die erin besloten liggen. Meer is het niet.