Falsificatie in de Belgische fotografie (5) : breng uw boodschap in een testikelomdraai.

by lucas dewaele

Ik heb wat gewacht om over de vordering der gedachten iets op het leesscherm te plaatsen. Ik ben in weerwil van mezelf toch wat omzichtiger geworden in het kiezen van woorden, citaten, tijdstippen en het medium an sich. De rake keuring van willekeurige posts, door internetpessimist Andrew Keen, doet mij even pauzeren. In DS (22 december, c10) toont hij aan dat facebook, google en konsoorten dolgraag willen dat wij, argelozen, hen als publieke nutsvoorzieners omarmen. Gratis voor niks en dus voor elkeen het win-win-win-verhaal. Ik denk dat ik vanaf heden mijn internettypering koppel aan ons huisdier. Transanimalisme, bestaat er zoiets? (Nee, ik verzwijg het feit dat het een kattin op gevorderde leeftijd is, gesteriliseerd en hondstrouw en gedekt door een uitvaartverzekeraar).

Maar toch, nu moet het me van het voormalig katholieke hart. Mijn vader zaliger leerde mij immers dat zelfrespect nooit ofte nooit door de medemens cado gegeven wordt, ook niet onder een kerstboom. En zeker niet door de figuren die je scherp op de korrel neemt.

Onlangs woonde ik een zitting bij, een zelfbespiegeling over het soortelijk gewicht van een illustrator-fotograaf en over de deugdelijkheid van het geleidend draagvlak, zijnde de krant en aanverwante publicaties. Ik zat er bij en luisterde gewillig toe. (Ook al kreeg mijn lichaam soms vervelende tegentrekjes – en ik moet meer naar mijn lichaamstaal luisteren, zegt mijn lijfarts als maar meer.)

De zitting van de stoel en de ‘lezing’ waren slopend voor de 300 betalende toehoorders en hun initiële achting. Staandeweg en druppelsgewijs werd het zelfs voor een handvol die-hard-fans duidelijk dat uitdeinende kletspraat de wezenlijke pijler vormde in het ‘discours’ van de gladde egorijder. De brave man hield als toetje nog wat bloot materiaal achter de hand, zo rond middernacht. Maar de goesting was vervlogen.

Bij uitbreiding van dit besef kan je een benullig ijkpunt – breeduit vertelselen– zelfs toepassen op veel vormen van beeldbespreking. De Standaard was er net voor Kerst, bij monde van Dorien Knockaert alweer lichtvaardig in. Voorwaar, voorwaar, de belichte fotografe van wacht beademde zichzelf als antropologe, klein maar fijn van snit en naad. Omdat en zodat er voorspelbare beeldjes van slordige interieurs even paginabreed verschenen. Kijk, alweer is het wonder geschied: er zijn profetieën die niet alleen zichzelf vervullen; er blijken ook profeten in overvloed die ‘geloofwaardigheid’ aan de versleten definitie onderwerpen. Het oude verhaal van ‘ons’, ‘wij’, ‘maten’, ‘gij’ … De horige journalist met dienstbetoon is weer hip.

De vraag is : wat heb je als beeldmaker aan de woorden van de experten?

‘Bemossing’ is het allereerste woord dat mij zo maar te binnen schiet. Vermoedelijk bedoel ik de nood aan een extra hapje naïveteit bij het lezen en geloven van de kenners? Dat ik een extra laagje goodwill, extra respect opbreng bij hun wijze woorden? Persoonlijk is dit omkeerbaar proces in gang geschopt toen ik een voormalig fotograaf – Veronica hebbe zijn ziel – de onmiskenbare uitspraak hoorde verkondigen : ‘Ik haat fotografie’. Ik geloof deze bedenker ten gronde. Sindsdien begin ik spettergewijs te begrijpen dat fotografie door te veel mensen gekaapt is als een te braakliggend erf.  Eskimo’s over Swahili-grammatica en ik ben er in getrapt. Waarvoor sorry.

Ik ben ongemeen op mijn qui vive als fotografie-kenners spreken.

Hun taal is mijn mikpunt. En breed armgezwaai, gelinkt aan onaffe zinnen, die verklarend horen te zijn. De puntjepuntjepuntje-veronderstellingen na de uitspraken….

Contradicties zijn bijzonder in trek bij de kunstreferenten. Een ristje voorbeelden.

Ik houd van landschappen zonder mensen en -verdraaid, deze slide zit verkeerd-, daar is soms toch een mens centraal ingeslopen.

Ik verwerp het ‘instant décisif’ en maar toch wacht ik gaarne op de man die op onwettige wijze, zijn vuilbak uitkiepert in een verre achtergrond.

Neen, ‘licht’ is een non-item in mijn werk, aandacht voor schoon licht is passé, maar toch is in deze aparte foto het licht te schoon om te laten schijnen.

Jaja, het flitslicht knalt direct de kleine details van menselijke aanwezigheid te voorschijn plus: het kan zo mooi de bevreemding openbaren… (n.v.d.r., de aliënatie van de medemens die elektrische kabels vastkleeft op de vloer).

Neenee, totaal ongaarne ben ik de portretfotograaf maar toch gaat 80% van de beschikbare creativiteit naar portretten van bv’s, ba’s, bp’s, …

Natuurlijk wil ik mijn gedacht doen en ik doe het ook, maar toch: zou je de boeken niet kopen?

Absoluut respect voor het onderwerp is noodzakelijk, maar twee Amerikaanse generatiedikkerds langs de waterlijn, dat kan je toch niet laten lopen?

Iets ensceneren, dat doet een stuk of wat degelijk fotograaf toch niet, maar een reenactment van een hartverscheurend paar schoenen op een oude cafévloer is toch wel te aangrijpend.

….

Tegensprekelijkheden hebben een aandoenlijke impact op deze mens van te goede wil, maar de kunstige conclusies maken wel littekens. De loutere uitspraak dat het beeldmatig decapiteren van het model het universele karakter van het beeld bewijst, doet mij onverwijld denken aan de Bengaalse foto’s van Horst Faas. (Google deze brave Duitser – het is gratis.)

Wat heb ik alvast vandaag geleerd als het om beelden gaat en de omschrijving door hun makers of meeslepende recensenten? Eerlijk, op mijn kertstzieltje? Niets dat ik al niet wist. Maar dat is natuurlijk uitgesponnen jaloezie. Objectief gesproken kan ik een wedervraag stellen. ‘Is het beeld meer dan de sappige anekdotiek die er aan toegedicht wordt?’

Mijn bewondering gaat wel uit naar de manier waarop een fotograaf zijn onderwerp benadert. Het vloeiend invullen van het innemen van clowneske pingpongposities  in de openbare ruimte is vertederend. En verdient een waardige bijzetting in de galerie der Belgische fotografie. Hoe eerder, hoe liever. Een retrospectieve kan al wonderen verwekken en een boekje kan er altijd bij.

……

Thaise kinderen in Voormezele : wie helpt ze en hoe bewegen ze?

Thaise kinderen in Voormezele : wie helpt ze en hoe bewegen ze?